22. benadrukt dat de bestuurlijke capaciteit van de regionale en lokale instanties, alsmede de stabiliteit en continuïteit daarvan, onontbeerlijk is voor een doelmatige besteding van gelden en voor een optimaal rendement daarvan; verzoekt de lidstaten te zorgen voor adequate bestuursstructuren en voldoende menselijk kapitaal in termen van aanwerving, salariëring, opleiding, middelentoewijzing, procedures, transparantie en toegankelijkheid;
22. betont, dass die Verwaltungskapazitäten auf regionaler und lokaler Ebene und ihre Stabilität und Kontinuität eine Voraussetzung für die effiziente Ausschöpfung und einen möglichst wirkungsvollen Einsatz von Mitteln darstellen; fordert die Mitgliedstaaten auf, ausreichende Verwaltungsstrukturen und Humankapital hinsichtlich Einstellung, Entlohnung, Fortbildung, Ressourcen, Verfahren, Transparenz und Zugänglichkeit sicherzustellen;