Zo bepaalde artikel 2, § 2, van het voorontwerp van wet dat noch de aangifte, noch de
betaalde eenmalige bijdrage uitwerking hebben « met betrekking tot rechten van successie en van overgang bij overlijden van een Rijksinwoner die overleden is na 31 december 2002 » en « met betrekking tot rechten van successie en van overgang bij overlijden van een Rijksinwoner die overleden is vóór 1 januari 20
03 en waarvoor geen tijdige en geldige aangifte va
n nalatenschap werd ingediend of waarvo ...[+++]or geen uitstel voor het indienen van zulke aangifte werd bekomen » (ibid., pp. 19-20).
So besagte Artikel 2 § 2 des Gesetzesvorentwurfs, dass weder die Erklärung noch der gezahlte einmalige Beitrag Auswirkungen hätten « bezüglich der Erbschaftssteuern und bertragungssteuern im Todesfall eines Gebietsansässigen, der nach dem 31. Dezember 2002 gestorben ist » und « bezüglich der Erbschaftssteuern und bertragungssteuern im Todesfall eines Gebietsansässigen, der vor dem 1. Januar 2003 gestorben ist und für den keine rechtzeitige und gültige Nachlasserklärung eingereicht wurde oder für den kein Aufschub zum Einreichen einer solchen Erklärung erteilt wurde » (ebenda, SS. 19-20).