E. overwegende dat het gebruik van internet alleen maar zou mogen worden beperkt als er sprake is van illegale activiteiten, zoals het aanzetten tot haat, geweld en racisme, totalitaire propaganda en de toegang van kinderen tot porno of seksueel misbruik van kinderen,
E. in der Erwägung, dass Beschränkungen nur im Fall einer Nutzung des Internets für illegale Aktivitäten wie Anstiftung zu Hass, Gewalt und Rassismus, totalitäre Propaganda und Zugang von Kindern zu Pornografie oder ihre sexuelle Ausbeutung existieren sollten,