2. Wanneer de overeenkomstig de artikelen 413 tot en met 442 vervoerde goederen voor een toegelaten geadresseerde zijn bestemd, kunnen de douaneautoriteiten voorschrijven dat, in afwijking van artikel 406, lid 2, en artikel 409, lid 1, onder b), de exemplaren nrs. 2 en 3 van de vrachtbrief CIM of de exemplaren nrs. 1, 2 en 3 A van het overdrachtsformulier TR rechtstreeks door de spoorwegmaatschappij of de vervoersonderneming bij het kantoor van bestemming worden ingeleverd.
(2) Sind die nach den Artikeln 413 bis 442 beförderten Waren für einen zugelassenen Empfänger bestimmt, so können die Zollbehörden abweichend von den Artikeln 406 Absatz 2 und 409 Absatz 1 Buchstabe b) vorsehen, daß die Exemplare Nrn. 2 und 3 des Frachtbriefs CIM oder die Exemplare Nrn. 1, 2 und 3A des Übergabescheins TR von der Eisenbahngesellschaft oder von dem Beförderungsunternehmen der Bestimmungsstelle unmittelbar vorgelegt werden.