8. onderstreept de betekenis van goede betrekkingen met de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika), omdat zij over aanzienlijke grondstoffenreserves beschikken, maar in de toekomst meer grondstoffen zullen gaan gebruiken en daardoor de concurrentie met het Europese bedrijfsleven zullen opdrijven;
8. hebt die Bedeutung der Beziehungen zu den BRICS-Ländern (Brasilien, Russland, Indien, China und Südafrika) hervor, da diese zwar über umfangreiche Rohstoffressourcen verfügen, aber auch in der Zukunft selbst mehr Rohstoffe beanspruchen werden, wodurch ein schärferer Wettbewerb für EU-Unternehmen entsteht;