(8) Aan de voorwaarden voor binnenkomst zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen1 (hierna "Schengenuitvoeringsovereenkomst" genoemd) moet zijn voldaan, behalve aan die van artikel 5, lid 1, onder b, voorzover deze beschikking een regeling van eenzijdige erkenning instelt waarbij bepaalde documenten die zijn afgegeven door lidstaten die het Sche
ngenacquis volledig toepassen ...[+++] class=yellow2>, alsook soortgelijke documenten die door andere nieuwe lidstaten zijn verstrekt, als gelijkwaardig met nationale doorreisvisa van nieuwe lidstaten worden beschouwd.
(8) Die Einreisevoraussetzungen des Artikels 5 Absatz 1 des Übereinkommens vom 19. Juni 1990 zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985 zwischen den Regierungen der Staaten der Benelux-Wirtschaftsunion, der Bundesrepublik Deutschland und der Französischen Republik betreffend den schrittweisen Abbau der Kontrollen an den gemeinsamen Grenzen (nachstehend „Schengen-Durchführungsübereinkommen“ genannt) müssen mit Ausnahme des Artikels 5 Absatz 1 Buchstabe b erfüllt sein, soweit mit dieser Entscheidung eine Regelung für die einseitige Anerkennung der Gleichwertigkeit der von den neuen Mitgliedstaaten ausgestellten ei
nzelstaatlichen Transitvisa und bestimmt ...[+++]er von den Schengen-Mitgliedstaaten ausgestellter Dokumente und von den anderen neuen Mitgliedstaaten ausgestellten ähnlichen Dokumenten getroffen wird.