3. Als ontscheping in een derde land wordt overwogen of in de gevallen waarin is voorzien in artikel 6, lid 1 bis, onder b), en artikel 7, lid 1 bis, onder b), identificeren de deelnemende eenheden de onderschepte of geredde personen en beoordelen zij hun persoonlijke omstandigheden, inclusief hun medische toestand en andere omstandigheden die hen kwetsbaar kunnen maken of ervoor kunnen zorgen dat zij internationale bescherming behoeven, vóór een besluit wordt genomen.
(3) Wird eine Ausschiffung in einem Drittstaat in Erwägung gezogen oder in den Fällen gemäß Artikel 6 Absatz 1a Buchstabe b und Artikel 7 Absatz 1a Buchstabe b, stellen die beteiligten Einsatzkräfte die Identität der aufgegriffenen oder geretteten Personen fest und bewerten ihre persönliche Situation, einschließlich ihres Gesundheitszustandes und anderer Umstände, die gegebenenfalls ein Nachweis ihrer Schutzbedürftigkeit oder ihres Bedarfs an internationalem Schutz sind, bevor eine Entscheidung getroffen wird.