22. is het ermee eens dat de vrijstelling van de kapitaalvereisten op basis van subconsolidatie of op individuele basis behouden blijft (momenteel verankerd in artikel 3, lid 7, van de Richtlijn Toezicht op kredietinstellingen op geconsolideerde basis, en artikel 7, lid 7, van de Richtlijn Kapitaaltoereikendheid), maar dringt aan op geharmoniseerde criteria voor de toepassing van deze vrijstelling;
22. unterstützt die Inanspruchnahme von Ausnahmeregelungen bei den Kapitalauflagen für einen Teil der Gruppe oder für ein einzelnes Unternehmen (siehe Artikel 3 Absatz 7 der Richtlinie über die Beaufsichtigung von Kreditinstituten auf konsolidierter Basis und Artikel 7 Absatz 7 der Richtlinie über die angemessene Eigenkapitalausstattung), fordert jedoch die Einführung harmonisierter Kriterien für die Anwendung dieser Ausnahmeregelung;