De voorschotten bedragen EUR 4.375 per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, EUR 3.150 per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug, en 450 EUR per vaartuig voor de visserij met de hengel, hetgeen overeenkomt met referentievangsten van respectievelijk 125 ton, 90 ton en 18 ton per jaar.
Die jährlichen Vorauszahlungen sind auf 4 375 EUR je Thunfisch-Wadenfänger, 3 150 EUR je Langleinenfischer und auf 450 EUR je Thunfischfänger mit Angeln festgesetzt.