11. beveelt aan dat de lidstaten de bestaande EU-wetgeving effectiever in hun beleid toepassen met het oog op een verbeterde werking van de interne markt en de vergemakkelijking van de werknemermobiliteit; benadrukt dat belemmeringen voor de interne en grensoverschrijdende mobiliteit uit de weg moeten worden geruimd; is van mening dat de vergemakkelijking van de werknemersmobiliteit door pensioenen overdraagbaar te maken van de ene werkgever naar de andere en over de grenzen essentieel is om de burgers meer vertrouwen te geven;
11. empfiehlt, dass die Mitgliedstaaten das bestehende EU-Recht im Hinblick auf eine Verbesserung des Funktionierens des Binnenmarkts und der Erleichterung der Mobilität der Arbeitnehmer effektiver in ihre Politik umsetzen; betont, dass Hindernisse der internen und grenzüberschreitenden Mobilität beseitigt werden müssen; besteht darauf, dass die Erleichterung der Mobilität der Arbeitnehmer dadurch, dass Pensions- und Rentenansprüchen sowohl von Arbeitgeber zu Arbeitgeber als auch grenzüberschreitend übertragbar gemacht werden, entscheidend dafür ist, das Vertrauen der Bürgerinnen und Bürger zu stärken;