(4) de totale hoeveelheid CO2 die afhankelijk van de kenmerken van de opslaglocatie kan worden geïnjecteerd en opgeslagen, alsmede de toekomstige bronnen, de samenstelling van de CO2-stromen, de injectiesnelheden en de injectiedruk, de locatie van de injectiefaciliteiten en de gebruikte vervoermethoden;
(4) Gesamtmenge CO2, die je nach den Eigenschaften der Lagerstätte injiziert und gespeichert werden darf, sowie die voraussichtlichen Quellen, Zusammensetzung der CO2-Ströme, Injektionsraten, der Druck, der Standort der Injektionsanlagen und die Transportmittel;