Traduction de «turkije betreurt echter » (Néerlandais → Allemand) :

48. neemt kennis van de voortdurende verhoogde inspanningen van Turkije en Griekenland ter verbetering van hun bilaterale betrekkingen; betreurt echter dat het casus belli-dreigement dat de Turkse grote nationale vergadering tegen Griekenland heeft geuit nog niet is ingetrokken en is van mening dat de verbetering van de bilaterale betrekkingen tussen de twee landen ertoe moet leiden dat een einde aan dit dreigement wordt gemaakt; verzoekt de regering van Turkije met klem een einde te maken aan de voortdurende schendingen van het Griekse luchtruim en de vluchten van Turkse militaire vliegtuigen boven Griekse eilanden;
48. nimmt zur Kenntnis, dass die Türkei und Griechenland ihre verstärkten Bemühungen um die Verbesserung ihrer bilateralen Beziehungen fortsetzen; hält es jedoch für bedauerlich, dass die Casus-Belli-Drohung der Großen Türkischen Nationalversammlung gegen Griechenland noch nicht zurückgezogen wurde, und ist der Ansicht, dass die Verbesserung der bilateralen Beziehungen zwischen den beiden Ländern zur Zurückziehung dieser Drohung führen sollte; fordert die Regierung der Türkei mit Nachdruck auf, den wiederholten Verletzungen des griechischen Luftraums und den Überflügen türkischer Militärflugzeuge über griechische Inseln ein Ende zu setzen;

97. merkt op dat de inspanningen van Turkije en de EU in het kader van het toetredingsproces van Turkije van groot belang zijn voor de lopende mensenrechtenhervormingen in Turkije; ziet het besluit van de Turkse regering om toestemming te geven voor het uitzenden van Koerdische televisieprogramma's als een positieve stap naar vrijheid van meningsuiting in Turkije; betreurt echter dat het verbod op het gebruik van de Koerdische taal nog steeds geldt voor het parlement en voor politieke campagnes; wijst opnieuw op de noodzaak van aanvullende wetgevingshervormingen om het respect voor en de bescherming van minderheden en volledige vrijheid van meningsuiting te waarborgen, zowel in de wetgeving als in de praktijk, overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens; constateert met bezorgdheid dat geen vooruitgang is geboekt inzake de ratificatie van mensenrechteninstrumenten, in het bijzonder het OPCAT, het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en de Aanvullende Protocols nrs. 4, 7 en 12 bij het EVRM;
97. stellt fest, dass das Engagement sowohl der Türkei als auch der Europäischen Union für den Beitrittsprozess der Türkei von großer Bedeutung für die derzeitigen Menschenrechtsreformen in der Türkei ist; erachtet die Entscheidung der Regierung, die Ausstrahlung kurdischer Fernsehsendungen zu gestatten, als positiven Schritt hin zu freier Meinungsäußerung; bedauert allerdings, dass die Verwendung der kurdischen Sprache im Parlament und bei politischen Kampagnen nach wie vor verboten ist; verweist erneut darauf, dass weitere Gesetzesreformen nötig sind, damit gewährleistet ist, dass Minderheiten geachtet und geschützt werden und die Meinungsfreiheit im Einklang mit der EMRK und der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte im Recht und in der Praxis uneingeschränkt respektiert wird; stellt besorgt fest, dass in Bezug auf die Ratifizierung von Menschenrechtsinstrumenten, insbesondere des OPCAT, des Übereinkommens der Vereinten Nationen über die Rechte von Menschen mit Behinderungen und der Zusatzprotokolle Nr. 4, 7 und 12 zur EMRK, keine Fortschritte zu verzeichnen sind;

94. merkt het belang op dat de inspanningen van Turkije en de EU inzake de toetreding van Turkije hebben voor de voortdurende mensenrechtenhervormingen in Turkije; ziet het besluit van de Turkse regering om toestemming te geven voor het uitzenden van Koerdische televisieprogramma’s als een positieve stap naar vrijheid van meningsuiting in Turkije; betreurt echter dat het verbod op het gebruik van de Koerdische taal nog steeds geldt voor het parlement en voor politieke campagnes; wijst opnieuw op de noodzaak van aanvullende wetgevingshervormingen om het respect voor en de bescherming van minderheden en volledige vrijheid van meningsuiting te waarborgen, zowel in wetgeving als praktijk, overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens; constateert met bezorgdheid dat geen vooruitgang is gemaakt met de ratificatie van mensenrechteninstrumenten, in het bijzonder het OPCAT, het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en aanvullend protocol nrs. 4, 7 en 12 bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens;
94. stellt fest, dass das Engagement sowohl der Türkei als auch der EU für den Beitrittsprozess der Türkei von großer Bedeutung für die derzeitigen Menschenrechtsreformen in der Türkei ist; erachtet die Entscheidung der Regierung, die Ausstrahlung kurdischer Fernsehsendungen zu gestatten, als positiven Schritt hin zu freier Meinungsäußerung; bedauert allerdings, dass die Verwendung der kurdischen Sprache im Parlament und bei politischen Kampagnen nach wie vor verboten ist; verweist erneut darauf, dass weitere Gesetzesreformen nötig sind, damit gewährleistet ist, dass Minderheiten geachtet und geschützt werden und die Meinungsfreiheit im Einklang mit der EMRK und der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte im Gesetz und in der Praxis uneingeschränkt respektiert wird; stellt besorgt fest, dass in Bezug auf die Ratifizierung von Menschenrechtsinstrumenten, insbesondere des OPCAT, des Übereinkommens der Vereinten Nationen über die Rechte von Menschen mit Behinderungen und der Zusatzprotokolle Nr. 4, 7 und 12 zur EMRK, keine Fortschritte zu verzeichnen sind;

waardeert de actieve toewijding waarmee Turkije ondersteuning biedt aan de inspanningen van de trans-Atlantische partners in Afghanistan en de Balkan; betreurt echter dat strategische samenwerking tussen de NAVO en de EU naast de Berlijn Plus-regeling door Turkse bezwaren wordt geblokkeerd;
würdigt das konstruktive Engagement der Türkei in Form ihrer Unterstützung der Anstrengungen der transatlantischen Partner in Afghanistan und auf dem Balkan; bedauert jedoch, dass die strategische Zusammenarbeit zwischen der NATO und der EU – über die Berlin-Plus-Vereinbarungen hinaus – durch Einwände der Türkei blockiert ist;

neemt kennis van de verhoogde inspanningen van Turkije en Griekenland ter verbetering van hun bilaterale betrekkingen; betreurt echter dat het door de Turkse Grote Nationale Vergadering afgekondigde casus belli-dreigement jegens Griekenland nog altijd niet is ingetrokken; verwacht van de Turkse regering dat zij een einde maakt aan de voortdurende schending van het Griekse luchtruim en de vluchten van Turkse militaire vliegtuigen boven Griekse eilanden;
nimmt die verstärkten Bemühungen der Türkei und Griechenlands zur Verbesserung ihrer bilateralen Beziehungen zur Kenntnis; bedauert jedoch, dass die Casus-Belli-Drohung der Großen Türkischen Nationalversammlung gegen Griechenland noch nicht zurückgezogen worden ist; erwartet, dass die türkische Regierung den ständigen Verletzungen des griechischen Luftraums und den Flügen türkischer Militärmaschinen über griechische Inseln ein Ende setzt;

48. betreurt echter de bezwaren van Turkije tegen de tenuitvoerlegging van de strategische samenwerking tussen de EU en de NAVO, die gebaseerd is op en verder gaat dan de Berlijn-Plus-overeenkomst; is bezorgd over de negatieve consequenties van deze bezwaren voor de bescherming van het ingezette Europese personeel, met name de EU-politiemissie in Afghanistan en de rechtsstaatmissie (EULEX) in Kosovo, en verzoekt Turkije deze bezwaren zo spoedig mogelijk in te trekken;
48. bedauert jedoch die Vorbehalte der Türkei in Bezug auf die Umsetzung der strategischen Zusammenarbeit zwischen der Europäischen Union und der NATO auf der Grundlage und in Weiterführung des Abkommens "Berlin Plus"; ist besorgt über deren negative Auswirkungen auf den Schutz der von der Europäischen Union entsandten Einsatzkräfte, insbesondere auf die EU-Polizeimission in Afghanistan und die Rechtsstaatlichkeitsmission der Europäischen Union (EULEX) im Kosovo, und fordert einen Verzicht auf diese Vorbehalte seitens der Türkei zum frühestmöglichen Zeitpunkt;