In de arresten nrs. 21/2001, 148/2001 en 50/2002 heeft het Hof geoordeeld dat vreemdelingen, naargelang zij een eerste of een tweede asielaanvraag indienen, zich in wezenlijk verschillende situaties bevinden en dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zich niet ertegen verzetten dat het recht op sociale bijstand tijdens het onderzoek van de beroepen met betrekking tot de tweede aanvraag niet op dezelfde wijze wordt gewaarborgd als tijdens de behandeling van de eerste aanvraag.
In seinen Urteilen Nrn. 21/2001, 148/2001 und 50/2002 hat der Hof entschieden, dass die Ausländer sich in wesentlich unterschiedlichen Situationen befinden, je nachdem, ob sie einen ersten oder zweiten Asylantrag stellen, und dass die Artikel 10 und 11 der Verfassung nicht dagegen sprechen, dass das Recht auf Sozialhilfe während der Prüfung der Beschwerden bezüglich des zweiten Antrags nicht auf die gleiche Weise gewährleistet wird wie während der Prüfung des ersten Antrags.