Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Van het Vlaamse Gewest

Vertaling van "tweede lid van dezelfde bepaling eraan " (Nederlands → Duits) :

Enkel de processen-verbaal waarvan het afschrift binnen een termijn van veertien dagen vanaf de vaststelling van het misdrijf werd verstuurd naar de eerste categorie of naar elke persoon van wie zou worden bevestigd dat hij de overtreder is, zouden de bijzondere bewijswaarde hebben die het tweede lid van dezelfde bepaling eraan verleent, terwijl een dergelijk gevolg niet zou worden toegekend aan de processen-verbaal waarvan het afschrift naar de tweede categorie werd verstuurd.

Nur die Protokolle, deren Abschrift der ersteren Kategorie oder gleich welcher Person, bei der sich herausstelle, dass sie die Zuwiderhandelnde sei, binnen einer Frist von vierzehn Tagen ab dem Datum der Feststellung des Verstoßes zugesandt worden sei, wiesen die besondere Beweiskraft im Sinne von Absatz 2 derselben Bestimmung auf, während eine solche Wirkung nicht den Protokollen verliehen werde, deren Abschrift der letzteren Kategorie zugesandt werde.


Enkel de processen-verbaal waarvan het afschrift binnen een termijn van veertien dagen vanaf de vaststelling van het misdrijf werd verstuurd naar de eerste categorie of naar elke persoon van wie zou worden bevestigd dat hij de overtreder is, zouden de bijzondere bewijswaarde hebben die het tweede lid van dezelfde bepaling eraan verleent, terwijl een dergelijk gevolg niet zou worden toegekend aan de processen-verbaal waarvan het afschrift naar de tweede categorie werd verstuurd.

Nur die Protokolle, deren Abschrift der ersteren Kategorie oder gleich welcher Person, bei der sich herausstelle, dass sie die Zuwiderhandelnde sei, binnen einer Frist von vierzehn Tagen ab dem Datum der Feststellung des Verstoßes zugesandt worden sei, wiesen die besondere Beweiskraft im Sinne von Absatz 2 derselben Bestimmung auf, während eine solche Wirkung nicht den Protokollen verliehen werde, deren Abschrift der letzteren Kategorie zugesandt werde.


Enkel de processen-verbaal waarvan het afschrift binnen een termijn van veertien dagen vanaf de vaststelling van het misdrijf werd verstuurd naar de eerste categorie of naar elke persoon van wie zou worden bevestigd dat hij de overtreder is, zouden de bijzondere bewijswaarde hebben die het tweede lid van dezelfde bepaling eraan verleent, terwijl een dergelijk gevolg niet zou worden toegekend aan de processen-verbaal waarvan het afschrift naar de tweede categorie werd verstuurd.

Nur die Protokolle, deren Abschrift der ersteren Kategorie oder gleich welcher Person, bei der sich herausstelle, dass sie die Zuwiderhandelnde sei, binnen einer Frist von vierzehn Tagen ab dem Datum der Feststellung des Verstoßes zugesandt worden sei, wiesen die besondere Beweiskraft im Sinne von Absatz 2 derselben Bestimmung auf, während eine solche Wirkung nicht den Protokollen verliehen werde, deren Abschrift der letzteren Kategorie zugesandt werde.


« Schendt artikel 23, § 3, van het decreet [van het Vlaamse Gewest] van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals vervangen bij artikel 17 van het decreet van 23 december 2010 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat op grond van § 3, eerste lid, van voormelde bepaling de natuurlijke personen en rechtspersonen aan wie de in eerste aanleg genomen beslissing persoonlijk moet worden aangezegd over een volledige termijn van 30 dagen beschikken om administratief beroe ...[+++]

« Verstößt Artikel 23 § 3 des Dekrets [der Flämischen Region] vom 28. Juni 1985 über die Umweltgenehmigung, ersetzt durch Artikel 17 des Dekrets vom 23. Dezember 2010 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Umwelt und Natur, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem aufgrund von § 3 Absatz 1 der vorerwähnten Bestimmung die natürlichen und juristischen Personen, denen die in erster Instanz getroffene Entscheidung persönlich notifiziert werden muss, über eine volle Frist von 30 Tagen verfügen, um eine administrative Beschwerde einzulegen, während § 3 Absatz 2 derselben Bestimmung für diejenigen, d ...[+++]


« Schendt artikel 23, § 3, van het decreet [van het Vlaamse Gewest] van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals vervangen bij artikel 17 van het decreet van 23 december 2010 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat op grond van § 3, eerste lid, van voormelde bepaling de natuurlijke personen en rechtspersonen aan wie de in eerste aanleg genomen beslissing persoonlijk moet worden aangezegd over een volledige termijn van 30 dagen beschikken om administratief beroe ...[+++]

« Verstößt Artikel 23 § 3 des Dekrets [der Flämischen Region] vom 28. Juni 1985 über die Umweltgenehmigung, ersetzt durch Artikel 17 des Dekrets vom 23. Dezember 2010 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Umwelt und Natur, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem aufgrund von § 3 Absatz 1 der vorerwähnten Bestimmung die natürlichen und juristischen Personen, denen die in erster Instanz getroffene Entscheidung persönlich notifiziert werden muss, über eine volle Frist von 30 Tagen verfügen, um eine administrative Beschwerde einzulegen, während § 3 Absatz 2 derselben Bestimmung für diejenigen, die ...[+++]


In zoverre artikel 216bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering, nadat de strafvordering is ingesteld, een minnelijke schikking mogelijk maakt zolang geen eindvonnis of eindarrest werd gewezen en in zoverre het de rol van de bevoegde rechter beperkt tot het vaststellen van het verval van de strafvordering « na te hebben nagegaan of voldaan is aan de formele toepassingsvoorwaarden van § 1, eerste lid, of de dader de voorgestelde minnelijke schikking heeft aanvaard en nageleefd, en het slachtoffer en de fiscale of sociale administratie werden vergoed overeenkomstig § 4 en § 6, tweede lid », doet die bepaling op discriminerende wijze afb ...[+++]

Insofern Artikel 216bis § 2 des Strafprozessgesetzbuches nach erfolgter Einleitung der Strafverfolgung einen Vergleich ermöglicht, solange kein Endurteil oder Endentscheid erlassen worden ist, und insofern er die Rolle des zuständigen Richters auf die Feststellung des Erlöschens der Strafverfolgung, « nachdem er überprüft hat, ob die in § 1 Absatz 1 erwähnten formellen Anwendungsbedingungen erfüllt sind, ob der Täter den vorgeschlagenen Vergleich angenommen und eingehalten hat und ob das Opfer und die Steuer- oder Sozialverwaltung gem ...[+++]


In dit geval blijft de in § 1, tweede en derde lid, vermelde som verschuldigd tot het verstrijken van de termijn bepaald in het tweede lid van dezelfde paragraaf.

In diesem Fall ist der in § 1 Absatz 2 und 3 erwähnte Betrag bis zum Ablauf der in Absatz 2 desselben Paragraphen vorgesehenen Frist weiterhin zu entrichten.


De verwijzende rechter vraagt of artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 3, tweede lid, van dezelfde wet en met de artikelen 711 en 895 van het Burgerlijk Wetboek, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een verschil in behandeling in het leven roept tussen de testamentaire erfgenamen van verz ...[+++]

Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 13. Januar 2012, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 2 und 3 Absatz 2 desselben Gesetzes und mit den Artikeln 711 und 895 des Zivilgesetzbuches, vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem dadurch ein Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen den Testamentserben von Versicherungsnehmern von Lebensversicherungsverträgen, die vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 13. Januar 2012 geschlossen worden seien, die nicht ausdrücklich erklärt hätten, in Anwendung des vorerwähnten Artikels 3 Absatz 2 auf die Anwendung von Artikel 110/1 des Ge ...[+++]


Krachtens het tweede lid van die bepaling mocht de opzeggingstermijn, indien de opzegging werd gegeven door de werkgever, evenwel niet korter zijn dan drie maanden voor de bedienden die minder dan vijf jaar in dienst waren en werd die minimumtermijn vermeerderd met drie maanden bij de aanvang van elke nieuwe periode van vijf jaar dienst bij dezelfde werkgever.

Aufgrund von Absatz 2 dieser Bestimmung durfte die Kündigungsfrist im Falle der Kündigung durch den Arbeitgeber jedoch nicht kürzer sein als drei Monate für Angestellte, die seit weniger als fünf Jahren angestellt waren, und verlängerte sich diese Mindestfrist um drei Monate mit Beginn jedes weiteren Zeitraums von fünf Dienstjahren beim selben Arbeitgeber.


Overwegende, wat betreft de motieven die in casu door de verwerende partij worden aangevoerd om te weigeren inzage te verlenen van het fiscaal dossier van verzoeksters gewezen echtgenoot, dat het bepaalde in artikel 6, § 2, 2°, van de wet van 11 april 1994 alleen verstaan moet worden binnen de perken van een wettelijke geheimhoudingsverplichting en dat het fiscale beroepsgeheim, zoals wordt vermeld in het eerste lid van artikel 337 van het WIB 92, alleen geldt buiten de uitoefening van het ambt; dat het tweede lid van dezelfde bepaling die interpretatie adstrueert in zoverre het ervan ...[+++] uitgaat dat de ambtenaren van de administratie der directe belastingen binnen de uitoefening van hun ambt blijven wanneer zij aan andere administratieve diensten van de Staat en aan rechtscolleges de inlichtingen verstrekken die in de fiscale dossiers voorkomen; dat de wet van 11 april 1994 aan die opsomming van degenen die aanspraak kunnen maken op het fiscaal geheim, impliciet doch stellig de particulieren heeft toegevoegd die, in de uitoefening van hun grondwettelijk recht en onder de voorwaarden gesteld in de wetgeving, inzage vragen van het fiscaal dossier; dat hoewel artikel 6, § 2, 1°, van de wet van 11 april 1994, wat de inachtneming van de persoonlijke levenssfeer van de gewezen echtgenoot betreft, de administratieve overheid dwingt een aanvraag om inzage van een bestuursdocument, gedaan met toepassing van de genoemde wet, af te wijzen, wanneer de bekendmaking afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer, behoudens voorafgaand instemming van de betrokken persoon, er op grond van de in beginsel vertrouwelijke aard van het fiscaal dossier evenwel geen reden bestaat om af te wijken van het fundamentele recht van de belastingplichtige om de gegrondheid van een schuld die het bestuur van hem vordert te betwisten, wat het recht impliceert om zich de gegevens te laten meedelen die noodzakelijk zijn om de door het bestuur aangevoerde gegevens te begrijpen en in voorkomend geval te ...

In der Erwägung - hinsichtlich der Gründe, die in casu von der beklagten Partei für die Verweigerung der Einsicht in die Steuerakte des Exmannes der Klägerin angeführt werden -, dass die Bestimmung in Artikel 6 § 2 Nr. 2 des Gesetzes vom 11. April 1994 nur innerhalb der Grenzen einer gesetzlichen Geheimhaltungspflicht verstanden werden muss und dass das steuerliche Berufsgeheimnis im Sinne des ersten Absatzes von Artikel 337 des EStGB 92 nur ausserhalb der Amtsausübung gilt; dass der zweite Absatz derselben Bestimmung diese Interpretation unterstützt, insoweit er davon ausgeht, dass die Be ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'tweede lid van dezelfde bepaling eraan' ->

Date index: 2024-10-28
w