20. wijst erop dat het ontwikkelingssamenwerkingskader voor de periode na 2015 de fundamentele oorzaken van armoede moet wegnemen door voor iedereen gelijkheid van resultaat te bevorderen en de positie te versterken, vooral voor degenen die in armoede leven, en voor gemarginaliseerde en minderbedeelde bevolkingsgroepen, met uitdrukkelijke aandacht voor vrouwen, meisjes en jongeren;
20. betont, dass mit dem Rahmen für die Zeit nach 2015 die Grundursachen von Armut beseitigt werden müssen, indem Ergebnisgleichheit und eine umfassende Stärkung der Handlungskompetenz gefördert werden, insbesondere mit Blick auf die Personen, die in Armut leben, sowie auf ausgegrenzte und unzureichend versorgte Bevölkerungsgruppen, wobei ein expliziter Schwerpunkt auf Frauen, Mädchen und Jugendlichen liegen sollte;