1. Indien de Commissie uit de uitgavendeclaraties of de informatie als bedoeld in artikel 102 kan opmaken dat uitgaven zijn gedaan door andere instanties dan erkende betaalorganen, dat bij Uniewetgeving vastgestelde betalingstermijnen of financiële maxima niet in acht zijn genomen of dat uitgaven anderszins niet overeenkomstig de Unieregelgeving zijn gedaan, kan zij de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen of schorsen in het kader van het in artikel 18, lid 3, bedoelde besluit inzake de maandelijkse betalingen of in het kader van de in artikel 35 bedoelde tussentijdse betalingen, na de lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen kenbaar te maken.
Kann die Kommission anhand der Ausgabenerklärungen oder der Auskünfte nach Artikel 102 feststellen, dass die Ausgaben von anderen Einrichtungen als zugelassenen Zahlstellen getätigt wurden, dass die in den EU-Vorschriften festgelegten Zahlungsfristen oder finanziellen Obergrenzen nicht eingehalten oder dass bei den Ausgaben sonstige EU-Vorschriften missachtet wurden, so kann sie die monatlichen oder Zwischenzahlungen an den betreffenden Mitgliedstaat im Rahmen des Beschlusses über die monatlichen Zahlungen gemäß Artikel 18 Absatz 3 bzw. im Rahmen der Zwischenzahlungen gemäß Artikel 35 kürzen oder aussetzen, nachdem sie dem Mitgliedstaat Gelegenheit zur Stellungnahme gegeben hat.