Aangezien de staat waar het vonnis wordt uitgesproken, geen toezicht kan uitoefenen in de staat waar de dader van het delict zijn vaste woonplaats heeft [99], riskeert de dader de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zelfs wanneer het maar om geringere delicten gaat, wat tot gevolg heeft dat de dader strenger wordt gestraft dan wanneer hij hetzelfde delict zou hebben gepleegd in de lidstaat waar hij woonachtig is.
Da der Urteilsstaat keine Überwachungsmaßnahmen im Aufenthaltsstaat des Täters ergreifen kann [99], besteht die Gefahr, dass selbst bei geringfügigen Delikten eine Freiheitsstrafe verhängt wird.