Indien de vereenvoudigde procedure uitsluitend zou gelden voor nagemaakte of door piraterij verkregen goederen, zou dat in de praktijk rechtsonzekerheid opleveren, omdat niet duidelijk is welke procedure van toepassing is indien de goederen een inbreuk vormen op zowel een fabrieks- of handelsmerk c.q. auteursrecht als op andere intellectuele-eigendomsrechten (bijv. octrooien).
Würde das vereinfachte Verfahren nur auf nachgeahmte und unerlaubt hergestellte Waren angewandt, entstünde in der Praxis Rechtsunsicherheit, da nicht klar ist, welches Verfahren anzuwenden ist, wenn die Waren sowohl Marken- bzw. Urheberrechte als auch andere Rechte des geistigen Eigentums (z. B. Patente) verletzen.