Met de instemming met het Verdrag van Luxemburg bij de wet van 1977 en met de overname naar analogie van de artikelen 29 en 30 van het Verdrag van Luxemburg in de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien en vervolgens in het Wetboek van economisch recht, heeft de wetgever, ter wille van de verhoopte uniforme bescherming van octrooien, aanvaard dat er een verschil bestaat tussen de productoctrooien en de werkwijzeoctrooien op het stuk van de geografische reikwijdte van het verbod op het aanbieden van de uitvinding.
Durch die Billigung des Gemeinschaftspatentübereinkommens durch das Gesetz von 1977 und durch die analoge Übernahme der Artikel 29 und 30 des Gemeinschaftspatentübereinkommens in das Gesetz vom 28. März 1984 über die Erfindungspatente und anschließend in das Wirtschaftsgesetzbuch hat der Gesetzgeber es im Hinblick auf den erhofften einheitlichen Schutz von Patenten angenommen, dass ein Unterschied zwischen den Produktpatenten und den Verfahrenspatenten besteht hinsichtlich der geographischen Reichweite des Verbots zum Anbieten der Erfindung.
