Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11, 24, § 4, en 172 van de Grondwet, van het verschil in behandeling dat onder de universiteiten zou bestaan, indien de in het geding zijnde bepaling in die zin wordt geïnterpreteerd dat zij aan de universiteiten die van de gemeenschappen afhangen, met uitsluiting van de vrije universiteiten die door de gemeenschappen worden gesubsidieerd, de kosteloze registratie voorbehoudt van de vonnissen en arresten waarbij zij worden veroordeeld.
Befragt wird der Hof über die Vereinbarkeit jenes Behandlungsunterschieds mit den Artikeln 10, 11, 24 § 4 und 172 der Verfassung, der unter den Universitäten bestehen würde, wenn die fragliche Bestimmung dahingehend ausgelegt werden würde, dass sie den von den Gemeinschaften abhängenden Universitäten, unter Ausschluss der von den Gemeinschaften subventionierten freien Universitäten, eine kostenlose Registrierung der Urteile, mit denen sie verurteilt werden, gewähren würde.