2. Onverminderd lid 1 en in afwijking van artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 850/98 worden alle middels vistuigen met een maaswijdte van maximaal 32 mm bovengehaalde vangsten van bestanden, inclusief bestanden waarop de aanlandingsplicht niet van toepassing is die niet in bijlage 1 opgenomen zijn , aan boord van de vissersvaartuigen genomen en gehouden en aangeland.
(2) Ungeachtet des Absatzes 1 und abweichend von Artikel 19 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 850/98 werden bei der Fischerei mit Fanggeräten, die eine Maschenöffnung von bis zu 32 mm aufweisen, alle Fänge an Bord des Fangschiffs geholt, dort behalten und angelandet.