1. De lidstaten bevorderen overeenkomsten met het oog op het vergemakkelijken van het veilig beheer, met inbegrip van de eindberging, van radioactief afval van landen die dit slechts in kleine hoeveelheden produceren en waarvoor het aanleggen van geschikte faciliteiten vanuit stralingsbeschermings-, economisch, milieubeschermings- en veiligheidsstandpunt niet verantwoord is.
(1) Die Mitgliedstaaten fördern Vereinbarungen zur Erleichterung der sicheren Entsorgung – einschließlich der Endlagerung – radioaktiver Abfälle aus Ländern, in denen solche Abfälle in kleinen Mengen produziert werden und in denen die Einrichtung entsprechender Anlagen aus radiologischer Sicht bzw. aus wirtschaftlichen, ökologischen und sicherheitstechnischen Erwägungen nicht gerechtfertigt wäre.