b ) de duur van de reis en van het verblijf van de groep op de plaats van bestemming ten minste zeven dagen , of , indien het pendelvervoer met een traject van minder dan 300 km betreft , ten minste drie dagen bedraagt ;
B ) DIE DAUER DER REISE UND DES AUFENTHALTS DER REISEGRUPPE AM ZIELORT MINDESTENS SIEBEN TAGE ODER IM FALLE EINER BEFÖRDERUNG ÜBER EINE STRECKE VON WENIGER ALS 300 KM MINDESTENS DREI TAGE BETRAEGT ,