Aangezien artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens enkel kan worden aangevoerd in samenhang met een in het Verdrag vermeld recht of een daarin vermelde vrijheid, hetgeen de prejudiciële vraag niet doet, is die bepaling te dezen niet van toepassing.
Da Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention nur im Zusammenhang mit einem in dieser Konvention vorgesehenen Recht oder einer darin vorgesehenen Freiheit geltend gemacht werden kann, was in der Vorabentscheidungsfrage nicht geschehen ist, ist diese Bestimmung im vorliegenden Fall nicht anwendbar.