1. Onder het systeem uitwisselingsverkeer kan een ingevoerd goed, hierna „vervangend product” genoemd, overeenkomstig de leden 2 tot en met 5 in de plaats treden van een veredelingsproduct.
(1) Im Standardaustausch kann ein eingeführtes Erzeugnis (nachstehend „Ersatzerzeugnis“ genannt) nach den Absätzen 2 bis 5 an die Stelle eines Veredelungserzeugnisses treten.