Overwegende dat de leden van die verenigingen grotendeels mannen zijn en dat derhalve onmogelijk voldaan kan worden aan de bepaling van artikel 3, eerste lid, van het decreet van 15 mei 2003 tot bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen binnen de adviesorganen,
In der Erwägung, dass die grosse Mehrheit der Mitglieder dieser Vereinigungen Männer sind und dass es deshalb unmöglich ist, die Vorschrift von Artikel 3, Absatz 1 des Dekrets vom 15. Mai 2003 zur Förderung einer ausgeglichenen Vertretung von Mann und Frau in den Beratungsorganen zu erfüllen,