Hoewel het gemaakte voorbehoud wat de uitoefening van de geneeskunde betreft niet zo ruim kan worden begrepen dat het elk aspect van de verhouding tussen artsen en patiënten zou omvatten (zie arrest nr. 15/2008 van 14 februari 2008), is de reclame voor geneesmiddelen en medische behandelingen, zoals het Hof reeds in zijn arrest nr. 109/2000 van 31 oktober 2000 heeft geoordeeld, dermate nauw verbonden met de aangelegenheid van de uitoefening van de geneeskunde dat de regeling ervan aan de federale wetgever toekomt.
Obwohl der Vorbehalt bezüglich der Ausübung der Heilkunst nicht so weit ausgelegt werden kann, dass er jeden Aspekt des Verhältnisses zwischen Ärzten und Patienten umfassen würde (siehe Entscheid Nr. 15/2008 vom 14. Februar 2008), ist die Werbung für Arzneimittel und medizinische Behandlungen, wie der Gerichtshof bereits in seinem Entscheid Nr. 109/2000 vom 31. Oktober 2000 erkannt hat, derart eng mit der Angelegenheit der Ausübung der Heilkunst verbunden, dass für deren Regelung der föderale Gesetzgeber zuständig ist.