98. onderstreept dat het in de Verdragen neergelegde en door de ri
chtlijn inzake vrij verkeer gewaarborgde recht op vrij verkeer, werk en verblijf van Europese burgers en hun gezinnen, alsmede de vrijheid van beroep en het recht om te werken, fundamentele rechten van de Europese burgers zijn, en een belangrijk economisch voordeel vormen voor gastlanden dat bijdraagt aan de aanpak van een ongelijke verdeling van vaardigheden en werkgelegenheid en aan compensatie van het demografische tekort in de Europese Unie; onderstreept het fe
it dat de richtlijn reeds voorziet ...[+++] in uitzonderingen en beperkingen op het recht op vrij verkeer; wijst elke poging om aan dit verworven recht te tornen van de hand en dringt erop aan dat iedere inbreuk bij het Hof van Justitie aanhangig wordt gemaakt;
98. betont, dass das in den Verträgen festgelegte und durch die Richtlinie über die Freizügigkeit garantierte Recht auf Freizügigkeit und Aufenthalt für Unionsbürger und ihre Familienangehörigen sowie die Berufsfreiheit und das Recht zu arbeiten, zu den Grundrechten der europäischen Bürger gehören und einen wichtigen wirtschaftlichen Vorteil für die Aufnahmeländer darstellt, was dazu beiträgt, das Missverhältnis zwischen Angebot und Nachfrage von Qualifikationen und Stellen zu bekämpfen und das demographische Defizit in der EU auszugleichen; betont, dass die Richtlinie bereits Ausnahmen und Beschränkungen des Recht
s auf Freizügigkeit vorsieht; verurteilt jeden ...[+++]Versuch, diese Errungenschaft infrage zu stellen, und fordert, dass jeder Regelverstoß vor den Gerichtshof der Europäischen Union gebracht wird;