22. wijst erop dat de Rekenkamer één enkele betrouwbaarheidsverklaring verstrekt die, overeenkomstig artikel 248, lid 1 van het Verdrag, gebaseerd is op de geconsolideerde rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van de Gemeenschap, maar dat deze verklaring opmerkingen bevat aangaande de wettigheid en regelmatigheid van de door individuele instellingen uitgevoerde transacties (paragraaf 7.6); verzoekt de Rekenkamer om, in het belang van een grotere duidelijkheid, de mogelijkheid te onderzoeken om in haar volgende jaarverslag een afzonderlijke betrouwbaarheidsverklaring uit te geven voor elk der instellingen;
22. verweist darauf, dass der Rechnungshof zwar eine einzige Zuverlässigkeitserklärung auf der Grundlage des konsolidierten Rechnungsabschlusses für alle Einnahmen und Ausgaben der Gemeinschaft gemäß Artikel 248 Absatz 1 des EG-Vertrags abgibt, dass diese Zuverlässigkeitserklärung jedoch Bemerkungen über die Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der von den einzelnen Organen vorgenommenen Transaktionen enthält (Ziffer 7.6); ersucht den Hof im Interesse größerer Transparenz, die Möglichkeit der Abgabe getrennter Zuverlässigkeitserklärungen für jedes einzelne Organ in seinem nächsten Jahresbericht zu prüfen;