De wetgever vermag redelijkerwijs ervan uit te gaan dat dergelijke erkenningen zouden kunnen zijn ingegeven door andere overwegingen dan het belang van het kind, en hij vermag het kind de mogelijkheid te geven zich daartegen te verzetten vanaf de leeftijd waarop het zich dienaangaande een mening kan vormen; artikel 319, § 3, tweede lid, verleent het kind reeds dat recht zodra het de volle leeftijd van vijftien jaar heeft bereikt.
Der Gesetzgeber kann vernünftigerweise davon ausgehen, dass solchen Anerkennungen möglicherweise andere Erwägungen als das Interesse des Kindes zugrunde liegen, und er kann dem Kind die Möglichkeit geben, sich ab dem Alter, in dem es sich diesbezüglich eine Meinung bilden kann, dieser Anerkennung zu widersetzen; Artikel 319 § 3 Absatz 2 erteilt dem Kind dieses Recht schon ab dem vollendeten fünfzehnten Lebensjahr.