Aangezien het « tijdelijke verblijfsrecht » dat in artikel 14 van de wet van 22 december 1999 aan bepaalde vreemdelingen wordt toegekend, door de verzoekende partij niet wordt betwist, verzoekt die partij het Hof, met toepassing van artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet op het Arbitragehof, « in zijn vernietigend of schorsend arrest te bepalen dat het verblijfsrecht zoals omschreven in artikel 14 gehandhaafd blijft ».
Da das in Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 bestimmten Ausländern eingeräumte, « befristete Aufenthaltsrecht » von der klagenden Partei nicht beanstandet werde, bitte diese Partei den Hof, in Anwendung von Artikel 8 Absatz 2 des Sondergesetzes über den Schiedshof « in seinem Nichtigkeits- oder Aussetzungsurteil zu präzisieren, dass das in Artikel 14 beschriebene Aufenthaltsrecht aufrechterhalten bleibt ».