De samenwerkingsmodellen voor e-learning moeten betrekking hebben op het volgende: de ontwikkeling van gezamenlijke onderwijsprogramma's door meerdere universiteiten en instellingen voor hoger onderwijs, met inbegrip van overeenkomsten voor de evaluatie, validering en erkenning van verworven competenties overeenkomstig de nationale procedures; grootschalige experimenten met virtuele mobiliteit als aanvulling op fysieke mobiliteit; uitwerking van vernieuwende curricula die op twee methoden zijn gestoeld (de traditionele methode en de methode voor on-line leren).
Kooperationsmodelle für das Lernen mit elektronischen Hilfsmitteln sollten in den folgenden Bereichen entwickelt werden: Konzeption gemeinsamer Lehrpläne durch mehrere Hochschulen, einschließlich Vereinbarungen für die Beurteilung, Bewertung und Anerkennung der erworbenen Kompetenzen, vorbehaltlich der einzelstaatlichen Verfahren; breit angelegte Erprobung der virtuellen Mobilität als Ergänzung zur physischen Mobilität; Entwicklung innovativer, auf zwei Lernmethoden (herkömmliches Lernen und Online-Lernen) basierender Lernprogramme.
