2. Als een derde land informatie van de lidstaat vraagt waarvan de veroordeelde de nationaliteit heeft (op grond van art. 13 van het verdrag van 1959), dan worden de gegevens over veroordelingen in eigen land volgens de nationale wetgeving van de aangezochte lidstaat verstrekt, juist zoals in geval van veroordelingen die door derde landen uitgesproken zijn.
2. Beantragt ein Drittstaat Informationen beim Herkunftsmitgliedstaat (gemäß Artikel 13 des Übereinkommens von 1959), so werden die Informationen über Inlandsverurteilungen dem innerstaatlichen Recht des ersuchten Mitgliedstaates entsprechend mitgeteilt, ebenso im Fall von in Drittstaaten ergangenen Verurteilungen.