De Raad was van mening dat het voorstel moet gaan over belangrijke zaken als de oprichting, het werk en de monitoring van regelgevende agentschappen om vooral te kunnen waarborgen dat de regelgevende agentschappen opereren met inachtneming van consistentie, transparantie, goed beheer, geloofwaardigheid, kosteneffectiviteit en wettigheid.
Der Rat war der Auffassung, dass sich der Vorschlag mit solchen Fragestellungen befassen sollte wie der Errichtung, Arbeitsweise und Kontrolle der Regulierungsagenturen, um insbesondere sicherzustellen, dass Kohärenz, gute Verwaltungspraxis, Glaubwürdigkeit und Kosteneffektivität gewährleistet sind und dass ihre Aktivitäten im Einklang mit den Rechtsvorschriften stehen.