13. pleit voor generalisering van een contractuele benadering in het kader van de programma's voor plattelandsontwikkeling, afgestemd op de verschillende doelgroepen van deze programma's (jonge landbouwers, professionele landbouwers, landbouwers in loondienst, enz.); is van oordeel dat hiertoe van de ontvangers van de subsidies meerjarige programma’s moeten worden verlangd, in het kader waarvan de tenuitvoerlegging van de programma's wordt verbonden aan voorwaarden als inzet van een zo groot mogelijk aantal mensen en materiële middelen op plaatselijk niveau, handhaving van kleinschalige, multifunctionele landbouw, een duurzaam beheer van de gebieden en coherentie met de acties die in deze zelfde gebieden worden uitgevoerd in het kader van
...[+++]de eerste pijler van het GLB;
13. fordert, eine vertragliche Grundlage innerhalb der ländlichen Entwicklungsprogramme zu verbreiten, die die unterschiedlichen Gruppen berücksichtigt, an die sie sich richten (Junglandwirte, selbständige Landwirte, Lohnempfänger usw.); ist der Auffassung, dass dazu Mehrjahrespläne für die Empfänger der Beihilfen gefordert werden müssen, die ihre Anwendung an Bedingungen knüpfen, wie die Mobilisierung der größtmöglichen Anzahl von menschlichen und materiellen Ressourcen auf lokaler Ebene, die Beibehaltung von multifunktionellen Familienbetrieben, die nachhaltige Nutzung der Anbauflächen oder die Kohärenz mit den Aktionen, die in diesen Gebieten im Rahmen des ersten Pfeilers der GAP durchgeführt werden;