Het betekent, mijnheer de Voorzitter, mijnheer de secretaris-generaal van dit Parlement, dat ongewenste individuele personen worden aangewezen. Het betekent, mijnheer Herbert Bösch, dat een lafhartig verslag wordt overgelegd aan OLAF en dat vervolgens na jaren van onderzoek naar boven komt dat er helemaal niets was – geen fraude, in het geheel niets.
Dass man sich ganz gezielt, Herr Präsident, Herr Generalsekretär dieses Hauses, unliebsame Leute herauspickt, Herr Herbert Bösch, eine feige Anzeige bei OLAF macht, dann über Jahre ermittelt, und sich dann herausstellt: Da ist gar nichts, da gibt es gar keinen Betrug, gar nichts.