(11) Overwegende meer bepaald dat de Commiss
ie een concentratie slechts als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan aanmerken indien een daadwerkelijke mededinging op een substantieel deel van die markt wordt
belemmerd; dat de toepassing van het nationale mededingingsrecht derhalve bij uitstek dienstig is wanneer een concentratie nadelige gevolgen heeft voor de mededinging op een afzonderlijke markt in een lidstaat die geen substantieel deel van de gemeenschappelijke markt vormt; dat in dit geval in het verwijzingsverzoek
...[+++]niet hoeft te worden aangetoond dat de concentratie een machtspositie op deze afzonderlijke markt dreigt te doen ontstaan of te versterken;
(11) Insbesondere hat die Kommission nur dann die Möglichkeit, einen Zusammenschluß für unvereinbar mit dem Gemeinsamen Markt zu erklären, wenn er die Wirksamkeit des Wettbewerbs in einem wesentlichen Teil dieses Marktes gefährdet. Die Anwendung des nationalen Wettbewerbsrechts ist daher besonders in Fällen angebracht, in denen ein Zusammenschluß den Wettbewerb auf einem gesonderten Markt in einem Mitgliedstaat beeinträchtigt und dieser Markt nicht einen wesentlichen Teil des Gemeinsamen Marktes darstellt.