3. verwelkomt de verhoging van de vastleggingskredieten voor rubriek 1b met 3,4% tot 52 738 900 000 miljoen EUR, en de verhoging van de betalingskredieten met 8,4% tot 45 134 800 000 miljoen EUR ten opzichte van 2011, waarbij in laatstgenoemd bedrag rekening is gehouden met de vermindering met 35,2% tot 3 110 000 000 miljoen EUR van de lopende vastleggingen voor de periode 2000-2006, veroorzaakt door de laatste fase van afsluiting van deze programmeringsperiode in 2012;
3. begrüßt es, dass die Mittel für Verpflichtungen in der Teilrubrik 1b gegenüber 2011 um 3,4 % auf 52.738.900.000 Mio. EUR und die Mittel für Zahlungen um 8,4 % auf 45.134.800.000 Mio. EUR erhöht wurden, wobei letzterer Betrag auch die Verringerung um 35,2 % auf 3.110.000.000 Mio. EUR bei den für den Zeitraum 2000-2006 noch abzuwickelnden Mittelbindungen umfasst, was darauf zurückzuführen ist, dass die letzte Phase des gegenwärtigen Programmplanungszeitraums in das Haushaltsjahr 2012 fällt;