2. Indien het verzoek betrekking heeft op de betekening van een stuk waarbij een persoon door de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat wordt opgeroepen, moet de centrale autoriteit van de aangezochte staat het verzoek uiterlijk vijftig (50) dagen voor de datum waarop de betrokkene moet verschijnen, ontvangen hebben.
(2) Betrifft ein Ersuchen die Zustellung eines Schriftstücks, mit dem eine Person zum Erscheinen bei der zuständigen Behörde des ersuchenden Staats aufgefordert wird, so muss das Ersuchen bei der Zentralbehörde des ersuchten Staats mindestens fünfzig (50) Tage vor dem anberaumten Erscheinungsdatum eingegangen sein.