10. benadrukt dat de EIB e
en “zero tolerance”-beleid moet voeren met betrekking tot fraude en corruptie en is in dit verband ingenomen me
t de herziening van haar antifraudebeleid en haar beleid ter bestrijding van corruptie, witwassen en financiering van terrorisme; maakt zich er echter zorgen over dat dit beleid in hoge mate passief lijkt te blij
ven; herhaalt haar verzoeken aan de EIB om bij de vaststelling van haar antifraudebe
...[+++]leid en -procedures maatregelen op te nemen die gericht zijn op:
10. hebt hervor, dass die EIB in Bezug auf Betrug und Korruption eine „Nulltoleranz“-Politik verfolgen sollte, und begrüßt in diesem Zusammenhang die Überarbeitung ihrer Betrugsbekämpfungspolitik und ihrer Maßnahmen zur Bekämpfung von Betrug, Korruption, Geldwäsche und Terrorismusfinanzierung; ist jedoch darüber besorgt, dass diese Politik scheinbar weitgehend passiv geblieben ist; fordert die EIB erneut auf, bei der Verabschiedung ihrer Betrugsbekämpfungspolitik und ihrer Betrugsbekämpfungsverfahren Maßnahmen vorzusehen zur: