Die bepaling beoogt immers de « beslissingen van de Raad voor de Mededinging en van de voorzitter », terwijl de wet in afzonderlijke beroepen voor de Raad of zijn voorzitter voorziet tegen bepaalde beslissingen van het auditoraat op zich, wat de vertrouwelijkheid van bepaalde gegevens (artikel 44, § 8), het seponeren van klachten (artikel 45, § 2) of verzoeken om voorlopige maatregelen (artikel 62, § 3) betreft.
Diese Bestimmung beziehe sich nämlich auf die « Entscheidungen des Wettbewerbsrates und seines Präsidenten », während im Gesetz getrennte Beschwerden vor dem Rat oder seinem Präsidenten gegen gewisse Entscheidungen des Auditorats als solche hinsichtlich der Vertraulichkeit gewisser Angaben (Artikel 44 § 8), der Einstellung der Klagen (Artikel 45 § 2) oder der Anträge auf vorläufige Massnahmen (Artikel 62 § 3) vorgesehen seien.