In zake : de
prejudiciële vragen over artikel 13, § 1, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, artikel 14 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, de artikelen 99, § 1, eerste lid, 4°,
en vijfde lid, 146, vierde lid, en 198bis van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening ...[+++], artikel 44, § 1, 2, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke
ordening en van de stedenbouw en artikel 42, § 1, 2°, van het decreet van het Vlaamse Gewest betreffende de ruimtelijke
ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
In Sachen : Präjudizielle Fragen in Bezug auf Artikel 13 § 1 des Dekrets der Flämischen Region vom 2. Juli 1981 über die Vermeidung von Abfällen und die Abfallwirtschaft, Artikel 14 des Dekrets der Flämischen Region vom 21. Oktober 1997 über die Naturerhaltung und die natürlichen Lebensräume, die Ar
tikel 99 § 1 Absatz 1 Nr. 4 und Absatz 5, 146 Absatz 4 und 198bis des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung, Artikel 44 § 1 Nr. 2 des Grundlagengesetzes vom 29. März 1962 über die Raumordnung und den Städtebau und Artikel 42 § 1 Nr. 2 des am 22. Oktober 1996 koordinierten Dekrets der Flämischen Re
...[+++]gion über die Raumordnung, gestellt vom Appellationshof Gent.