In de vierde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de artikelen 1, 2, 1°, f), en 4 van het decreet van het Waalse Gewest van 19 november 1998 met artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij, voor het aanslagjaar 2011, een jaarlijkse belasting van 500 euro op de automaten invoeren voor de automatische apparaten voor de distributie van tabak, sigaren of sigaretten, zonder rekening te houden met de rendabiliteit van de exploitatie van de verkoop van dergelijke producten via die automaten.
Mit der vierten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, sich zur Vereinbarkeit der Artikel 1, 2 Nr. 1 Buchstabe f) und 4 des Dekrets der Wallonischen Region vom 19. November 1998 mit Artikel 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention zu äußern, insofern sie für das Steuerjahr 2011 eine jährliche Automatensteuer von 500 Euro auf Abgabeautomaten für Tabak, Zigarren oder Zigaretten einführten, ohne dabei die Rentabilität des Vertriebs solcher Produkte mittels dieser Automaten zu berücksichtigen.