2. De verwijzing in artikel 19, lid 1, onder h), vierde streepje, van Richtlijn 85/611/EEG naar bankliquiditeitenlijnen wordt opgevat als een verwijzing naar bankfaciliteiten die worden gewaarborgd door een financiële instelling die zelf aan artikel 19, lid 1, onder h), derde streepje, van Richtlijn 85/611/EEG voldoet.
(2) Die Bezugnahme in Artikel 19 Absatz 1 Buchstabe h vierter Gedankenstrich der Richtlinie 85/611/EWG auf von Banken eingeräumte Kreditlinien ist als Bezugnahme auf Bankdienste zu verstehen, die durch ein Finanzinstitut gesichert sind, das selbst Artikel 19 Absatz 1 Buchstabe h dritter Gedankenstrich der Richtlinie 85/611/EWG entspricht.