4. Bij de toekenning van de in artikel 4, leden 1 en 2, bedoelde vergunning aan installaties die beurtelings met twee of meer brandstoffen worden gevoed en in het geval van dergelijke installaties waarop artikel 4, lid 3, of artikel 10 van toepassing is, zijn de in de bijlagen III tot en met VII genoemde emissiegrenswaarden voor elke gebruikte brandstof van toepassing.
(4) Bei Erteilung der Genehmigung gemäß Artikel 4 Absätze 1 oder 2 und im Fall von Anlagen, die unter Artikel 4 Absatz 3 oder Artikel 10 fallen, gelten im Fall von Mehrstofffeuerungsanlagen, die abwechselnd mit zwei oder mehr Brennstoffen beschickt werden, die in den Anhängen III bis VII festgelegten Emissionsgrenzwerte für die jeweiligen verwendeten Brennstoffe.