10. stelt vast dat het percentage vastleggingen de werkelijke stand van de uitvoer
ing van maatregelen onvoldoende weergeeft, te meer daar een belangrijk deel van d
e vastleggingen pas vlak voor het eind van de programmeringsperiode heeft plaatsgevonden; is met name verontrust over de trage afwikkeling van de communautaire initiatieven, a
angezien tot dusver slechts iets meer dan de helft van de voor de programmeringsperiode 1994-199
...[+++]9 beschikbare middelen is uitbetaald, hetgeen bezwaarlijk en belastend is voor de uitvoering van de programma's door de daarvoor verantwoordelijke instanties: plaatselijke besturen, NGO's, enzovoorts;
10. stellt fest, dass der Grad der Mittelbindungen den tatsächlichen Ausführungsstand der Interventionen nur unzureichend widerspiegelt, zumal ein wesentlicher Teil der Mittelbindungen erst unmittelbar vor Ende des Programmplanungszeitraums vorgenommen wurde; zeigt sich insbesondere besorgt über die schleppende Abwicklung der Gemeinschaftsinitiativen, da erst knapp über die Hälfte der für den Programmplanungszeitraum 1994-1999 verfügbaren Mittel ausgezahlt sind; dadurch wird die Durchführung der Programme durch die Verantwortlichen, d.h. kommunale Verwaltungen, NROs usw., erschwert und verteuert;