De Ministerraad doet nog opmerken dat de decretale bekrachtiging van het besluit houdende de bescherming van de duinen op zich beschouwd niet betwistbaar is : het Hof heeft in zijn arrest nr. 24/96 (overweging B.4.5) gesteld dat die bekrachtiging niet is ingegeven door de bedoeling aan de betrokken eigenaars van percelen een jurisdictionele waarborg te ontnemen die aan alle burgers wordt geboden, maar in hoofdzaak verantwoord is door de doelstelling van het decreet, te weten een vlugge en doeltreffende bescherming van de duinen en van de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden.
Der Ministerrat weise noch darauf hin, dass die dekretale Bestätigung des Erlasses über den Schutz der Dünen als solche betrachtet nicht beanstandet werden könne; der Hof habe in seinem Urteil Nr. 24/96 (Erwägung B.4.5) gesagt, dass diese Bestätigung nicht auf die Absicht zurückzuführen sei, die betreffenden Eigentümer von Parzellen einer allen Bürgern gebotenen Gerichtsbarkeitsgarantie zu berauben, sondern vor allem durch die Zielsetzung des Dekrets gerechtfertigt werde, nämlich einen schnellen und effizienten Schutz der Dünen und der für das Dünengebiet wichtigen Agrargebiete.