Dienaangaande stelt het Hof vast dat zelfs als de door de Duitse regering uiteengezette redenen (namelijk bestrijding van gedwongen huwelijken en bevordering van de integratie) dwingende redenen van algemeen belang kunnen vormen, een nationale bepaling als de betrokken voorwaarde inzake kennis van de taal verder gaat dan ter bereiking van het nagestreefde doel nodig is, aangezien het verzoek om gezinshereniging bij gebrek aan bewijs dat de betrokkene voldoende kennis van de taal heeft verworven, automatisch wordt afgewezen, zonder dat rekening wordt gehouden met de bijzondere omstandigheden van het concrete geval.
Er führt hierzu aus, dass, auch wenn man davon ausgeht, dass die von der deutschen Regierung angeführten Gründe (die Bekämpfung von Zwangsverheiratungen und die Förderung der Integration) zwingende Gründe des Allgemeininteresses darstellen können, eine nationale Regelung wie das fragliche Spracherfordernis über das hinausgeht, was zur Erreichung des verfolgten Ziels erforderlich ist, da der fehlende Nachweis des Erwerbs hinreichender Sprachkenntnisse automatisch zur Ablehnung des Antrags auf Familienzusammenführung führt, ohne dass besondere Umstände des Einzelfalls berücksichtigt werden.