De verzoekende partijen vorderen in hoofdorde de vernietiging van artikel 3, § 1, 5°, en § 2, 6°, van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective, vervangen door artikel 3 van de wet van 30 december 1996 tot wijziging van voormelde wet, en in bijkomende orde de vernietiging van de woorden « noch een militair of openbaar ambt hebben bekleed dat voorkomt op een door de Koning bepaalde lijst » die in het voormelde artikel 3, § 1, 5°, voorkomen.
Die klagenden Parteien fordern in der Hauptsache die Nichtigerklärung von Artikel 3 § 1 Nr. 5 und § 2 Nr. 6 des Gesetzes vom 19. Juli 1991 zur Regelung des Berufs des Privatdetektivs, ersetzt durch Artikel 3 des Gesetzes vom 30. Dezember 1996 zur Abänderung des vorgenannten Gesetzes, und hilfsweise die Nichtigerklärung der Wörter « und kein militärisches oder öffentliches Amt bekleidet haben, das auf einer durch den König festgelegten Liste vorgesehen ist », die in dem obenerwähnten Artikel 3 § 1 Nr. 5 enthalten sind.