3. Indien het orgaan waarbij de aanvraag is ingediend, oordeelt dat zijn wetgeving toepasselijk is, maar niet op grond van het prioritaire recht overeenkomstig de leden 1 en 2 van artikel 68 van de basisverordening, neemt het onverwijld een voorlopig beslissing over de in het concrete geval toepasselijke prioriteitsregels, en zendt het de aanvraag overeenkomstig artikel 68, lid 3 van de basisverordening door naar het orgaan van de andere lidstaat en stelt het de aanvrager daarvan voorts in kennis .
3. Kommt der Träger, bei dem der Antrag gestellt wurde, zu dem Schluss, dass seine Rechtsvorschriften zwar anwendbar, aber nicht prioritär anwendbar nach Artikel 68 Absätze 1 und 2 der Grundverordnung sind, so trifft er unverzüglich eine vorläufige Entscheidung über die anzuwendenden Prioritätsregeln und leitet den Antrag nach Artikel 68 Absatz 3 der Grundverordnung an den Träger des anderen Mitgliedstaats weiter, worüber er auch den Antragsteller informiert .